Kopers van een nieuwe auto gaven in 2017 meer geld uit dan ooit. De gemiddelde aanschafprijs kwam namelijk uit op 31.498 euro. Dat is vooral te danken aan particulieren die meer geld uittrokken voor een nieuwe auto. Zakelijke rijders gaven juist iets minder uit, zo blijkt uit een analyse van de RAI Vereniging.
De totale omzet van de autobranche uit de verkoop van nieuwe auto’s steeg met 1,3 miljard euro tot 13 miljard euro (plus elf procent). Vooral de gestegen interesse in kleinere SUV’s heeft bijgedragen aan de hogere gemiddelde prijs, daarnaast deed ook de hogere BPM een duit in het zakje.
Volgens de RAI Vereniging hebben consumenten weer vertrouwen in de economie. ““De economie zit al een aantal jaren in de lift waardoor ook het consumentenvertrouwen is gegroeid en al langere tijd stabiel is”, stelt Steven van Eijck van de RAI Vereniging. “Mensen durven weer meer geld uit te geven en dat zien we in de prijs van een nieuwe auto waardoor ook de omzet van de branche is gestegen.”
Zakelijke markt geeft minder uit
De betere cijfers van de automarkt zijn vooral te danken aan de particuliere kopers die meer zijn gaan uitgeven. In 2007 gaf de particulier gemiddelde 23.272 euro aan een nieuwe auto uit, in 2017 was dat 29.596 euro, een stijging van 27 procent. Bij de zakelijke markt is dit bedrag juist iets omlaag gegaan. Van 34.569 euro in 2007 naar 33.574 euro in 2017.
Er is ook een verschuiving in het type auto dat populair is. Tien jaar geleden was de kleine middenklasser (C-segment) vooral erg populair, maar intussen zijn de kleinere type SUV’s erg gewild (L-segment). Ruim één op de vijf auto’s is van dit type en van de particuliere kopers kiest zelfs bijna één op de drie kopers voor zo’n auto. Van Eijck: “Automobilisten voelen zich aangetrokken tot het stoere, sportieve uiterlijk. Bovendien wordt ook de hoge instap en zit gewaardeerd. Niet verwonderlijk dat ruim 70 procent van alle particuliere kopers van deze auto’s ouder is dan 55 jaar.”
Hoge BPM verstoort markt
De RAI Vereniging maakt zich wel zorgen over de hoge BPM in Nederland en de marktverstorende werking daarvan. In 2017 steeg de gemiddelde BPM op een nieuwe auto met ruim 17 procent van 3.927 naar 4.620 euro. “Dat vinden we zeer onwenselijk”, stelt Van Eijk. “Er is afgesproken om de BPM tot 2021 met 14 procent af te bouwen, maar deze ontwikkeling drijft de prijzen in Nederland omhoog. Het gevolg is dat er in 2017 een recordaantal van 209.328 auto’s parallel werd geïmporteerd. Een belangrijk deel daarvan vervangt de nieuwaankoop in Nederland. De hoge BPM remt daardoor ook de komst van veiligere en duurzamere auto’s. En dat staat haaks op de ambities van het kabinet om mobiliteit te vergroenen en het stijgende aantal verkeersslachtoffers terug te dringen.”