Vorig jaar kwamen er iets minder mensen om in het verkeer dan in 2018: er vielen 661 dodelijke slachtoffers, 17 minder dan een jaar eerder, ondanks de met elf procent toegenomen verkeersdrukte. Opvallend genoeg vielen er wel veel meer slachtoffers te betreuren in de leeftijdscategorie tussen 20 en 40 jaar. Dat aantal steeg van 147 in 2018 naar 183 in 2019, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Die stijging is te zien bij de inzittenden van personenauto’s (93 in 2019 tegen 80 in 2018), opzittenden van motorfietsen (32 tegen 24) en bromfietsen (11 tegen 3). Ondanks de stijging van het aantal doden onder de twintigers en dertigers, is nog steeds ongeveer de helft van het aantal verkeersdoden boven de 60, hoewel het er wel iets minder waren dan in 2018 (324 tegen 350). Het aantal fietsers dat om het leven kwam in het verkeer daalde van 228 in 2018 naar 203 in 2019. Van die slachtoffers reed wel bijna eenderde op een elektrische fiets.
De provincie Noord-Brabant moest de meeste verkeersdoden betreuren, namelijk 142. Het zijn er wel acht minder dan in 2018. Gelderland en Noord-Holland noteerden 87 verkeersdoden, Zuid-Holland 85. Flevoland, Groningen en Zeeland zijn de provincies met de minste verkeersdoden.
Mannen sterven veel vaker in het verkeer dan vrouwen. In 2019 kwamen er 465 mannen om in het verkeer en 196 vrouwen.