De Europese Commissie en het Europees Milieuagentschap gaan vanaf 1 januari 2024 gegevens verzamelen over het werkelijke brandstof- en/of elektriciteitsverbruik van nieuwe personenauto’s met verbrandingsmotor of hybride aandrijving. Het gaat om de gegevens van alle voertuigen met een maximumgewicht tot 3.500 kilogram (dus ook bestelauto’s en campers) die na 1 januari 2021 zijn gekentekend.
De verzameling van gegevens heeft betrekking op auto’s die zijn uitgerust met boordinstrumenten voor het bepalen, opslaan en ter beschikking stellen van gegevens over de hoeveelheid brandstof en/of elektriciteit die voor de aandrijving van de auto worden gebruikt. Het gaat hierbij om auto’s met een conventionele verbrandingsmotor en om (oplaadbare) hybride auto’s. Volledig elektrisch aangedreven auto’s behoeven niet te zijn voorzien van een instrument voor registratie van het werkelijke elektriciteitsverbruik en vallen daarom buiten deze nieuwe regel.
Het gaat om het totale brandstofverbruik, de totale afgelegde afstand en bij hybride elektrische auto’s ook om de totale hoeveelheid in de accu gestroomde energie (kWh). Kortom: het werkelijke brandstof- en/of elektriciteitsverbruik van de betrokken auto’s.
Deze gegevens worden door de EU verzameld om vast te kunnen stellen hoe de werkelijke emissies en het werkelijke brandstof- en/of elektriciteitsverbruik zich verhouden tot de gegevens die bij de typegoedkeuring van de betreffende auto door de fabrikant zijn aangeleverd. Dit is onder andere van belang voor het monitoren van de doeltreffendheid van de door de EU vastgestelde CO2-emissienormen, voor het verminderen van de CO2-emissies van voertuigen en voor het informeren van het publiek.
De gegevens dienen te worden uitgelezen gedurende een periode van maximaal 15 jaar, te rekenen vanaf het moment dat de gegevens voor het eerst aan de Europese Commissie en het Europees Milieuagentschap werden gerapporteerd. De RDW is in Nederland belast met het verzamelen van deze gegevens en de doorgifte daarvan aan de Europese Commissie en het Europees Milieuagentschap. De Uitvoeringsverordening biedt de eigenaar of houder van het voertuig (tenaamgestelde zoals vermeld in het kentekenregister) de mogelijkheid het uitlezen van de werkelijke gegevens en het voertuig identificatienummer (VIN) te weigeren. Deze werkelijke gegevens en het VIN worden, behoudens een weigering, aan en los van de APK-(af)melding door de APK-keuringsstations aan de RDW verzonden. De RDW stuurt de gegevens weer door naar de Europese Commissie en het Europees Milieuagentschap.
Met dank aan Piet Aanraad die namens de KNAC zitting heeft in de Stichting Overlegorgaan APK (SOAPK).
De bijbehorende publicatie in de Staatscourant kunt u bekijken via deze link.