Liefst 21% van de schadeauto’s wordt tegenwoordig als ‘total loss’ beschouwd, meldt De Telegraaf. Volgens de krant maken vooral problemen met ADAS-systemen de auto te duur om te repareren. En het aantal total loss-gevallen lijkt de komende jaren alleen nog maar toe te nemen.
Bij een auto die ‘total loss’ is, denk je al snel aan een auto die flink in de kreukels ligt en niet veilig opgelapt kan worden. Maar naast zo’n technisch total loss bestaat er ook een economisch total loss. In dat geval zijn de kosten voor de reparatie hoger dan twee derde van de dagwaarde van de auto. Het kan dus zijn dat de auto op papier relatief eenvoudig te herstellen is, maar reparatie uitblijft omdat het herstel gewoon te duur is. Die vorm van total loss komt tegenwoordig steeds vaker voor, weet De Telegraaf. Het dagblad zegt dat moderne auto’s zo complex zijn geworden dat ze te duur zijn om te repareren. Vooral schade aan de ADAS-systemen (Advanced Driver Assistence Systems) loopt enorm in de papieren. Deze rijhulpsystemen bestaan vaak uit peperdure sensoren, camera’s en lidars die lastig te installeren en kalibreren zijn.
Hogere verzekeringspremies
Waar een jaar of veertig geleden ongeveer 4 procent van de schadeauto’s als total loss werd bestempeld, ligt dat percentage nu al op 21%. Op basis Bloomberg-informatie meldt De Telegraaf dat het total loss-percentage in de komende jaren wel eens kan stijgen naar 30%. Daarmee zullen de verzekeringspremies ook omhoog gaan. Ironisch genoeg zijn ADAS-systemen juist bedoeld om ongelukken en schades te voorkomen.
Beeld: Unsplash.com