Synthetische brandstoffen, ook wel e-fuels genoemd, vormen in de nabije toekomst nog geen hoogwaardig alternatief voor elektrisch rijden, blijkt uit Duits onderzoek. Het kost namelijk zes keer meer elektriciteit om e-fuels te produceren dan een om een EV te laten rijden.
Over 10 jaar al, in 2035, moeten alle nieuwe auto’s die in Europa verkocht worden emissievrij zijn. In de praktijk zullen dat vooral elektrische auto’s zijn, maar ook de brandstofauto zou nog bestaansrecht moeten hebben. Knappe koppen kunnen namelijk op basis van zonne- en windenergie waterstof produceren die in combinatie met CO2 een synthetische brandstof vormt. Zulke e-fuels zijn in de praktijk (zo goed als) CO2-neutraal.
Onvoldoende efficiënt
Duits onderzoek laat nu echter zien dat de productie van e-fuels nog niet erg efficiënt verloopt. Volgens een gezamenlijke studie van de ADAC, het Bondsministerie van Milieu (BMUV), het Fraunhofer Instituut voor Systeem- en Innovatieonderzoek (Fraunhofer ISI) en het Internationaal Energieagentschap (IEA) kun je met de hoeveelheid elektriciteit die het kost om e-fuel te produceren ook zes keer zoveel elektrische auto’s laten rijden. Het onderzoek laat immers zien dat 150 op het land geplaatste windmolens genoeg stroom opwekken voor 240.000 elektrische auto’s. Diezelfde 150 windturbines kunnen echter maar e-fuel produceren voor 37.500 e-fuel-verbrandingsmotoren. Voor de lucht- en scheepvaart zouden de e-fuels wel een toekomst kunnen hebben, zo concludeert het onderzoek.
Beeld: beeldbank Shell