Sinds 1 januari 2021 houdt de Europese Commissie het brandstofverbruik van nieuwe auto’s in de gaten. In elke nieuwe auto die vanaf 2021 is afgeleverd is een brandstofverbruiksmeter (OBFCM) ingebouwd die het werkelijke verbruik registreert en naar de autofabrikant stuurt. De fabrikant is sinds 1 januari verplicht om deze gegevens aan de Europese Commissie ter beschikking te stellen.
Het doel van de OBFCM (on-board fuel consumption meter) is het vaststellen van het verschil tussen het brandstofverbruik met de WLTP-meetmethode en het werkelijke verbruik van automobilisten in de praktijk. Volgens onderzoek van de International Council on Clean Transportation (ICCT) is het verbruik van nieuwe personenauto’s in de praktijk gemiddeld 39 procent hoger dan in de officiële meetcyclus wordt vastgesteld. Het WLTP-verbruik wordt nog altijd op een testbank binnen vastgesteld. Het dient vooral om verbruikscijfers van auto’s met elkaar te kunnen vergelijken. Uiteindelijk zal de meetcyclus worden vervangen door de RDE-meting, waarbij op de openbare weg het verbruik wordt gemeten in het verkeer.
Ook deze methode houdt echter geen rekening met wat er zich werkelijk dagelijks op de weg afspeelt. Er kunnen in de praktijk regionale verschillen zijn vanwege de drukte op de weg, de lokale verkeersregels en de weersomstandigheden (auto’s zijn in de zomer zuiniger dan in de winter). De cijfers van de OBFCM zullen deze verschillen inzichtelijk maken.
Privacywet
De ingebouwde verbruiksmeter, registreert niet alleen het brandstofverbruik, maar bij een hybride ook het verbruik van elektrische energie. Bij een plug-in hybride wordt ook nog geregistreerd hoe vaak de auto wordt opgeladen. En in een elektrische auto wordt het verbruik in kiloWattuur gemeten. De gegevens worden verzameld door de autofabrikant die ze ter beschikking moet stellen van de Europese Commissie. Tegelijkertijd zal via de technische controle (APK, TÜV en dergelijke) ook de OBFCM worden uitgelezen om te verifiëren of de autofabrikant de juiste gegevens aanlevert. Overigens is de wetgeving over het aanleveren van verbruiksgegevens door de autofabrikant aan de EU nog niet klaar.
De periode van 2021 tot 2026 dient als een testfase voor het verzamelen van de verbruiksgegevens. Uiterlijk in 2030 zal er dan wetgeving worden ingevoerd om autofabrikanten te dwingen om te grote verschillen bij het opgegeven en daadwerkelijke verbruik te corrigeren en mogelijk worden daarvoor dan ook straffen uitgedeeld.
Er bestaan nog wel enkele bedenkingen – met name in Duitsland waar de privacywetten strenger zijn dan in de meeste andere EU-lidstaten – over de bescherming van de privacy van de eigenaar van de auto. De EU zie het liefst dat bij de verbruiksgegevens van elke auto het chassisnummer wordt meegestuurd, maar de Duitse overheid acht dat onwenselijk. Bovendien zouden de gegevens van voertuigen slechts een bepaalde tijd mogen worden opgeslagen.
In potentie schept de OBFCM echter de mogelijkheid om het gedrag van automobilisten in de gaten te houden. In theorie zou zelfs de CO2-uitstoot per auto kunnen worden belast. Wie veel brandstof verbruikt zou dan ook meer moeten betalen. En zou mogelijk zijn om eigenaren van een plug-in hybride auto te belasten omdat ze hun auto nauwelijks opladen.
(Bron: auto, motor & sport)