FIA en het racen

Beroemde rally’s zoals die van Monte Carlo maakte dat ook in Nederland de racesport aan populariteit won. Het ontbreken van een circuit was voor Nederlandse autosportliefhebbers een probleem. Op de openbare weg mocht immers niet zomaar worden geracet. In 1938 werd daarom een tijdelijk circuit uitgezet op de legerplaats Kamp Oldenbroek. Omdat het een onverhard circuit was bleek het parcours slopend voor de auto’s. de wedstrijd die meer op een autocross leek, moest meerdere malen worden stilgelegd om onderdelen te rapen. Een jaar later werd door Zandvoort een ontheffing van de Motor- en Rijwielwet verkregen om door de straten van de badplaats een wedstrijd te organiseren. Op zaterdag 3 juni 1939 werd de race verreden in acht verschillende categorieën. De belangrijkste klasse was d sportklasse die werd gewonnen door Piet Nortier in een BMW 328. Pas na de oorlog zou het rijden op een circuit weer kunnen.  Op 7 augustus 1948 werd er weer op Zandvoort gereden op het toen fonkelnieuwe circuit. De eerste directeur was Hans Hugenholtz. Om deel te kunnen nemen aan de wedstrijden moest men een racelicentie hebben. Tot eind jaren ’80 was dit in Nederland voorbehouden aan de KNAC. Organiseerde men een eigen race buiten de FIA om was deze illegaal. In Nederland zorgde de KNAC met de hulp van de de Rijkspolitie voor de handhaving hiervan.