Nu de formatie klaar is en het regeerakkoord naar buiten is gebracht, wordt duidelijk wat dat voor de automobilist gaat betekenen: invoering rekeningrijden in 2030 en het streven naar emissievrije auto’s in datzelfde jaar.
Het meest omstreden plan is de invoering van het rekeningrijden. Daar wordt al decennia over gesproken, de VVD was altijd tegen, maar lijkt nu toch overstag te gaan. Het belasten per kilometer zou in de plaats moeten komen van de motorrijtuigenbelasting (MRB) en de aanschafbelasting (BPM). En ook in de plaats van tol indien dat nog ergens van toepassing is. Dat rekeningrijden er pas in 2030 komt heeft te maken met het ingewikkelde afbouwen van de BPM om te voorkomen dat er problemen ontstaan met de restwaarde (waar een groot deel van de reeds betaalde BPM in zit) van het bestaande wagenpark.
Daarnaast streven de partijen ernaar dat rekeningrijden niet lastenverhogend werkt voor de automobilist. Of dat ook betekent dat er verschillende tarieven gaan gelden voor de grote steden en de provincie (waar langere afstanden worden gereden en men minder kan terugvallen op fatsoenlijk openbaar vervoer) is nog niet bekend. Ook is niet duidelijk of het huidige systeem van rekeningrijden – namelijk de accijns op de autobrandstoffen – zal blijven als rekeningrijden wordt ingevoerd.
Emissievrij
In het regeerakkoord staat ook dat er wordt gestreefd dat vanaf 2030 alleen nog emissievrije nieuwe auto’s worden verkocht. Dat zullen vermoedelijk altijd elektrische auto’s zijn, met accu, brandstofcel of zonnecellen. Of dat haalbaar is, hangt grotendeels af van de industrie. De stimulering voor elektrische auto’s blijft, ook voor gebruikte auto’s, maar details daarover zijn nog niet bekend. Tot slot moet het uitrollen van goede (snel)laadfaciliteiten worden versneld.